De koppeling zorgt ervoor dat je kunt stilstaan met een draaiende motor en dat je kunt schakelen zonder dat de motor afslaat. De koppelingsplaat is een heel belangrijk onderdeel van de koppeling. Deze ronde plaat ligt tussen het vliegwiel en de drukgroep en is verbonden aan de versnellingsbak. In het midden van de drukgroep zitten de zogenaamde drukvingers. Deze werken als een soort veren. Als je de koppelingspedaal indrukt, druk je de lager tegen deze veren aan, door de hefboomwerking wordt de drukgroep iets terug getrokken en komt de koppelingsplaat precies vrij. Hierdoor is de aandrijving (tijdelijk) verbroken. Zodra je de koppeling weer op laat komen wordt er weer contact gemaakt en kun je rijden.
Versleten koppeling
Over het algemeen is het zo dat wanneer er vaak geschakeld moet worden, de koppeling sneller zal slijten. Een koppeling kan slippen doordat deze de draaisnelheid tussen motor en transmissie moet opvangen. Slippen betekent ook dat er meer slijtage plaatsvindt. Hoe minder vaak je schakelt, hoe langer de koppeling mee zal gaan.
Je kunt zelf merken dat een koppeling versleten raak doordat de auto tijdens het rijden maar traag in beweging komt. Ook piepende of krakende geluiden kunnen duiden op een kapotte koppeling.
